Zoeken

Ja, ik ontvang graag
maandelijks jullie nieuws!

Ik ben geïnteresseerd in:

algemene nieuwsbrief
dans
literatuur
muziektheater
popmuziek
theater
makersnieuwsbrief

Sorry, de pagina die je zocht hebben we niet gevonden.

Wat we wel hebben gevonden is deze tekst van Lotte Lentes:

Aanspoelen

Zijn handen had hij in zijn schoot gevouwen als een kommetje. Alsof hij daarin iets bewaarde wat pas net was weggewaaid. Ik vroeg hem naar de drie kleine littekens op zijn duim, hij wees ze stuk voor stuk aan en terwijl hij vertelde dacht ik aan andere handen. Andere ruggen, kuiten, liezen, schouderbladen, knieën en hielen. Ik dacht aan de verhalen waarvan ik niet meer wist bij welk lichaam ze hoorden, probeerde te tellen hoeveel ik er vergeten was.

We vroegen naar elkaars botbreuken, naar kneuzingen, ongelukken en ziek zijn. We vertelden over die blauwe plek zo groot als een onderzetter, over die keer dat we met de fiets van de stoep, tijdens judo met die elleboog, dat we van het klimrek, dat we dronken, in dat zwembad, op dat kruispunt, over die keer dat we bij de eerste hulp. We onderzochten hoe geschonden de ander bij ons aan kwam waaien, probeerden erachter te komen wanneer we voorzichtig moesten zijn. We zochten fysiek bewijs van een verleden waar we geen onderdeel van uitmaakten, in alles wat kapot ging en weer geheeld was.

We spoelen aan. Twee drenkelingen in een bed. Het matras zuigt zich vol met het water dat uit onze haren druipt, we liggen stil maar denken nog steeds te deinen, onze voetzolen en vingertoppen week van het zilt. We proberen zoveel mogelijk verhalen van de ander door de hals van een fles te duwen.Het gaat niet makkelijk, we doen het langzaam, maar we proberen het zo hard dat we ervan overtuigd raken dat glas uit kan zetten en in dat samenpersen zit iets definitiefs. In onthouden zit blijven. We weten dat we dit ritueel al eerder hebben uitgevoerd, met dezelfde vastberadenheid. Dat we andere, even volle flessen de zee in hebben gegooid in de hoop ze ooit terug te vinden bij afgaand tij. Maar ze kwamen niet terug, of we zochten ze niet. We vergaten en begonnen opnieuw.

Hij legt mijn vingers op zijn uitstekende sleutelbenen alsof het kleine stangen zijn waar ik me aan op moet trekken. Ik vraag me af of ik zijn botten met mijn blote handen zou kunnen breken en of ik daarmee onderdeel word van iets dat stuk ging of van iets dat heelde. Ik vraag me af of een bot blijft drijven en of dat iets positiefs is. Iets wat constant aanspoelt, raakt nooit verankerd. Wie terugkomt, is eerst weggegaan.

Terug naar home